paardebloem


paardebloem


De paardebloem (taraxacum officinale) is een plant die tot de composietenfamilie behoort en die iedereen kent.
Vroeger stonden de weilanden er vol mee. Tegenwoordig, nu boeren hun weilanden bespuiten, zie je ze al veel minder.
En dat is heel erg jammer, want behalve dat hij er mooi uitziet, is het ook nog eens een geneeskrachtige plant.

Als gevolg van overbemesting loopt de diversiteit van plantensoorten terug, en daardoor gaan o.a. planten als de brandnetel, kleefkruid, vogelmuur, paardebloem, akkerdistel, e.a. beter groeien, zodat men weer geneigd is daar weer iets tegen te doen, met alle gevolgen van dien.
Dus ...... boeren, burgers en buitenlui, let op uw zaak !

De paardebloem wordt ook wel pissebloem genoemd vanwege de diuretische oftewel vochtafdrijvende werking.
Andere namen zijn nog molsla, paardesla, hondsbloem, en konijnen lusten het ook erg graag.
In het Frans zegt men Pissenlit of Dent de Lion, in het duits Löwenzahn en in het engels heet hij Dandelion.
Het kruid heeft een gunstige werking op de gal- en leverfunctie, en dat is wetenschappelijk bewezen.
Daarnaast heeft het een gunstige werking op de celfunctie in de vorm van een betere ademhalingscapaciteit (dus meer zuurstof) van de bloedcellen en de weefsels.
Ook zijn er nog andere kruiden die tot de composietenfamilie behoren en die eveneens als levermiddel worden toegepast.
Dit zijn mariadistel, artisjok en cichorei.
Andere planten die b.v nog tot de composietenfamilie behoren zijn absint, andijvie, guldenroede, dragon, kamille, sla, witlof, maar ook de zonnebloem, en andere planten. Over de mariadistel kunt u ook al een stuk lezen bij de onderwerpen.
De belangrijkste inhoudstoffen van de paardebloemwortel zijn bitterstoffen.
Verder tot 18 % suikers (fructose), waarvan de hoogste concentratie in de lente wordt aangetroffen in het kruid.
Tot 40% inuline, waarvan de hoogste concentratie in de herfst wordt aangetroffen, terwijl de inuline in het voorjaar slechts 1 tot 2 % bedraagt en in de zomer 15 tot 24 %.
Paardebloemwortel bevat ook nog vele enzymen.
En verder nog flavonoïden ( zie ook: quercetine en citroen).

Bitterstoffen bevorderen de afscheiding in de spijsverteringsorganen.
Dat is de reden dat het helpt bij een verlaagd zuurgehalte van het maagsap (subacide gastritis), eetlustgebrek en in het algemeen bij allerlei spijsverteringsstoornissen.
Bitterstoffen werken naar beide kanten, zodat het ook kan worden ingezet bij verhoogd zuurgehalte van het maagsap.

Het verschil zit hierin, en dit is belangrijk, dat bitterstofplanten een half uur vóór de maaltijd worden ingenomen in geval van verlaagd zuurgehalte en eetlustgebrek (hypoaciditeit en anorexie) en omgekeerd een half uur tot een uur ná de maaltijd bij teveel maagzuur en kramp (hyperaciditeit en spasmus).

Paardebloemwortel heeft een gunstige werking op de gal- en leverfunctie, en de uitscheiding van gal neemt door het gebruik ervan toe. Mensen die aanleg hebben voor het vormen van galstenen kunnen de paardebloemwortel (een preparaat hiervan) preventief gebruiken. In dit geval zal men het een lange periode moeten gebruiken, zodat de algemene stofwisseling gunstig wordt beïnvloed. Let wel, paardebloemwortel heeft geen galsteenoplossend vermogen !
Paardebloemwortel is een cholagogum.
Een cholagogum is een stof die de galstroom van de galblaas naar de darm bevordert.
Daarnaast is het een cholereticum en dat is een stof die de galvorming bevordert.
Het kruid wordt dan ook gebruikt voor ziekten van de galblaas en onvoldoende werking van de lever.
Ook heeft de paardebloemwortel een lichte ontsteking-bestrijdende invloed. Dit noemt men een antiflogistische werking. Hierdoor is het ook goed inzetbaar bij reumatische aandoeningen (jicht, artritis).

Zowel het kruid zelf als de wortel van de plant hebben een sterke urinedrijvende werking, en daarnaast heeft het kruid ook invloed op de uitscheiding van natrium, chloor en water.
Dit noemt men respectievelijk een diureticum en een sali-diureticum (het kruid zelf zou een sterkere urinedrijvende werking hebben dan de wortel). Dit is de reden dat het kruid vaak wordt gebruikt in afslankkuren. Ook heeft paardebloemwortel in lichte mate een laxerende werking.
Men heeft hier dus te maken met een veelzijdig kruid, bloedzuiverend en een algemeen versterkend middel. Van ouds her wordt het middel dan ook gebruikt als voorjaarskuur, maar ook ter ondersteuning bij reuma, jicht en chronisch eczeem en het heeft een stimulerend effect op de bloedvorming.

In de volksgeneeskunde heeft de paardebloem al een heel lange traditie, zowel in Europa als in Azië.
In China gebruikt men de paardebloem (traditionele toepassing) bij borstkanker.
Eén van de inhoudstoffen in het blad van het kruid is coumestrol, welke stof een oestrogene factor heeft (borstkanker is een oestrogeen-gevoelige kanker).
Wanneer plantaardig oestrogeen gegeten wordt, neemt het natuurlijk oestrogeen in het lichaam af.
Men weet niet of dit een relatie heeft met een effect dat het kruid tegen borstkanker zou hebben.
Meer onderzoek is dus op zijn plaats.
De stof coumestrol is dus een plantaardig oestrogeen (phyto-oestrogeen).
Men vindt het ook in andere planten, waarvan de coumestrol in alfalfa het meest krachtig is van de plantaardige oestrogenen. Uit de zaadjes van alfalfa kweekt men, net zoals men dat met tuinkers doet, spruitgroente. Ook vindt men het in Witte klaver, erwten, bonen, spruitjes, kool, spinazie en soyabonen.
Omdat wetenschappers phyto-oestrogenen hebben teruggevonden in urine en bloed, weet men dat het in het menselijk lichaam wordt opgenomen.
Sommige studies in verschillende landen suggereren dat phyto-oestrogenen kunnen helpen beschermen tegen bepaalde vormen van kanker, zoals borst, uterus- en prostaatkanker.
Ook soja-eiwit, dat veel isoflavonen bevat zou bijdragen op vermindering van de kans op borstkanker. In Zuid-Oost Azië waar men dagelijks 50 tot 100 mg. isoflavonen met het eten binnenkrijgt, komt borstkanker minder voor. In onze streken krijgt men gemiddeld slechts 1 mg. van de isoflavonen binnen. Dit is geen bewijs, echter het wijst in de richting van een mogelijk verband. Door het intikken van +oestrogeen +borstkanker kan er via de zoekmachines allerlei informatie op dit gebied gevonden worden.

Terug naar de paardebloem.

De paardebloem kan men ook gewoon als gezonde voeding nuttigen. De blaadjes kun je in het voorjaar als sla gebruiken, die in deze periode minder bitter zijn, terwijl het vitaminegehalte hoog is in deze periode. Het werkt dan bloedreinigend en het stimuleert de bloedvorming. Zelfs de bloemen kunnen door de sla gegeten worden, en deze zijn rijk aan carotenoïden. Er bestaan wel 500 verschillende carotonoïden, en sommige daarvan worden als kleurstoffen in levensmiddelen verwerkt, de zogenaamde E-nummers, zoals in dit geval E160-161.
Beta-caroteen of ook wel pro-vitamine A is de grondstof voor vitamine A.
Het zijn de oranje-rode kleurstoffen in planten zoals paprika, tomaten, wortelen, meloen, abrikozen, kersen, pompoenen, maar men vindt het ook in broccoli, spinazie, groene kool en de paardebloem, welke laatste een zeer hoog gehalte aan beta-caroteen bevat.
Molsla noemt men de paardebloemen die onder een molshoop groeien en daardoor bleek van kleur blijven. Ook dit wordt als sla gegeten en in Frankrijk en Engeland zelfs gekweekt. We kennen allemaal Brussels lof, familie van de paardebloem, die op grote schaal in het donker wordt gekweekt en als groente wordt verkocht. Paardebloembladeren kan men als bloedzuiverende thee gebruiken en de wortels van de paardebloem kunnen in geroosterde vorm verwerkt worden als koffiesurrogaat.
Verder bevat het paardebloemblad vitamine B, C, en zelfs vitamine D en E. Dat paardebloem (zowel blad als wortel) vitamine D bevat, is best wel bijzonder, omdat het weinig voorkomt in planten. Men treft het ook nog aan in peterselie, alfalfa (spruitgroente !), avocado, paddestoelen en brandnetels.
Ook zijn er allerlei mineralen vertegenwoordigd in de paardebloem. In het blad en de wortel treft men vooral kalium aan, maar ook natrium, magnesium, silicium, ijzer, mangaan, zink, koper en fosfor. Ook treft men in de paardebloem een relatief hoog gehalte aan choline aan (onderdeel van vitamine B-complex).
Volgens het groot vitaminen boek van Mindell is choline één van de weinige stoffen die door de bloed-hersenbarrière heen kunnen dringen. Volgens Mindell helpt choline mee bij het onder controle houden van de cholesterolvorming, helpt mee met het verzenden van prikkels naar de hersenen (geheugen, Alzheimer), helpt bij het afbreken van giftige stoffen en geneesmiddelen in de lever, en heeft ook nog een kalmerend effect.

Dan heeft men nog het melksap, dat zich bevindt in het blad, de stengel en de wortel. Ook dit bevat weer bepaalde stoffen zoals o.a. suikers, vetten, bitterstoffen en inuline. Het melksap wordt vanouds wel uitwendig toegepast op wratten.
En de bloem bevat behalve pro-vitamine A nog wat monoterpenen (zie ook: sinaasappelschilletjes). Inuline is een koolhydraat dat ook in aardperen voorkomt. Bij de vertering van inuline komt geen glucose vrij en er is zodoende ook geen insuline nodig om dit koolhydraat te verwerken.

Een inventarisatie van de werking en toepassingen van de paardebloem:

antidiabeticum (ondersteuning bij suikerziekte)
aperativum (eetlustopwekkend)
cholagogum (galdrijvend)
cholereticum (galproduktie-bevorderend)
depurativum (bloed- en lymfezuiverend)
digestivum (spijsverteringsbevorderend)
diureticum (urinedrijvend)
stimulerend voor de alvleesklier (pancreas)
versterkend voor lever en gal
licht antiflogistisch (ontstekingsremmend)
mild laxerend.

De toepassingen van de paardebloem kunnen dan zijn:

Lever- en galaandoeningen (onvoldoende werking van de lever en gal, ter voorkoming van galstenen, galkoliek, leverstuwing, ter ondersteuning bij geelzucht, poortaderstuwing)
Klierziekten (bloedreinigend)
Reumatische aandoeningen, jicht, artritis (diuretisch en licht ontstekingsremmend)
Huidaandoeningen (wratten, eczeem, acne, bladeren als papje op de huid, vitamine D !)
Zweren, abcessen, eczeem (zie boven: papje op de huid aanbrengen)
Cellulitis
Slechte nierwerking en vochtophopingen/oedeem (urinedrijvend)
Bloedarmoede (via stimulering van de lever werkt het kruid normaliserend op de bloedvorming)
Voorjaarsmoeheid (bloedreinigend)
Constipatie(licht laxerend)
Slechte spijsvertering (spijsverteringsbevorderend i.v.m. de bitterstoffen)
Suikerziekte (inuline)
Stoornissen van de buikspeekselklieren en de milt.

Ook bij katten, honden en paarden e.a. kan men paardebloem toepassen. Ook voor dieren is het vochtafdrijvend, leverstimulerend, helpt bij gewrichtsaandoeningen, huidproblemen, leverkwalen en het geeft een glanzende vacht. Denk ook aan al die dieren die de paardebloem graag lusten.

Contra-indicaties zijn er niet, behalve dat er mensen zijn die bij aanraking allergisch reageren (contactdermatitis).

Vermeldenswaard is nog dat paardebloembladeren zo verschillend van vorm kunnen zijn.
Dit heeft te maken met de standplaats en de omstandigheden waarin de plant groeit.
Als de plant veel licht krijgt zijn de bladeren scherper ingesneden, terwijl de bladeren rond en gladder van vorm zijn, als de plant op een vochtige plaats groeit.

HOME