knoflook


knoflook


Knoflook (allium sativum) behoort tot de lelieachtigen, waaronder ook uien, daslook (wilde knoflook), bieslook en prei behoren. Al in de oudheid is knoflook bekend om zijn geneeskrachtige werking.
In het Frans noemt men knoflook ook wel Theriaque des pauvres. In de middeleeuwen was theriaque een dure en zeer complexe samenstelling van exotische ingrediënten, een soort wondermiddel voor bijna alle ziekten.
Knoflook was dus hét middel voor de armen. De Russen noemen het Russische penicilline.
Ook gaat er het verhaal dat tijdens de pestepidemie in Frankrijk gevangenen werden gebruikt de lijken te ruimen van de getroffenen door de pest. Het gekke was dat veel van deze gevangenen het overleefden, wat men uiteindelijk toeschreef aan het royale gebruik van knoflook in de gevangenissen van die tijd. Een variant op dit verhaal, en ook dit zal voorgekomen zijn, is dat er lijkenrovers waren die blijkbaar niet bang waren besmet te worden en inderdaad ook ongedeerd bleven. Ook hier bleek uiteindelijk dat deze mensen veel knoflook gebruikten, maar zich bovendien insmeerden met mengsels van etherische olie zoals lavendel, rozemarijn en thijm. Verder was het opgevallen dat mensen die leren handschoenen maakten, niet getroffen werden door de pest. Het bleek dat zij de gemaakte handschoenen drenkten in een bad van lavendel en rozemarijn om de looigeur uit de handschoenen te krijgen.
De artsen in de middeleeuwen ten tijde van de pest, beschermden zich tegen iedere infectieziekte door het dragen van een leren masker met een lange neus die gedrenkt was in een mengsel op basis van knoflook en aromatische kruiden.
Maar hoe dan ook, knoflook is al duizenden jaren bekend in de volksgeneeskunde.
De Chinezen, de oude Grieken en ook de Romeinen gebruikten al knoflook voor allerlei kwalen zoals infecties, wonden en zweren, zwakte, maar ook tumoren.
Al met al reden genoeg om hier alles wat betreft knoflook eens op een rijtje te zetten.

De belangrijkste inhoudstoffen van de knoflook zijn:

0,1 tot 0,36 % etherische olie. Men komt dus de knoflook ook tegen in de literatuur over aromatherapie. De olie wordt uitwendig weinig gebruikt vanwege de doordringende geur.
Verschillende (33) zwavelverbindingen, waaronder allicine. Deze stof veroorzaakt de geur. Eén van de andere zwavelverbindingen is bv allylthiocyanaat, waarvan men veronderstelt dat het bloeddrukverlagende eigenschappen bezit.
Vitaminen A, B1, B2 en C.
Mineralen en sporenelementen: kalium, zwavel, jodium, selenium, germanium, silicium, ijzer, koper, zink, pottassium, magnesium en 17 aminozuren waaronder ook alle essentiële.
Koolhydraten (vooral fructosanen), saponinen en een weinig pro-vitamine A.
Stoffen met mannelijke en vrouwelijke hormonale eigenschappen.
Talrijke enzymen, o.a alliinase, myrosinase, peroxidase (een groep van enzymen die de zuurstofoverdracht bevorderen noemt men peroxidasen).
Stoffen met antibiotische eigenschappen zoals allicine.

In de jaren zeventig al heeft een dierenartsbacterioloog, dr. Jos Cornelisse, wetenschappelijk aangetoond dat rauwe knoflook een bactericide werking heeft op salmonella's in het spijsverteringskanaal. Er trad bij knoflook geen resistentie op, in tegenstelling tot antibiotica. Om te kunnen profiteren van de geneeskrachtige eigenschappen van allicine zal men de knoflook vers en niet gedroogd moeten eten, omdat allicine erg onstabiel is. Er zijn produkten in de handel, waarvan men beweert dat de allicine geconserveerd is door middel van bepaalde methodes. Ik kwam bv koeldrogen tegen, waarbij de allicine bewaard zou blijven. Mocht u gebruik willen maken van een preparaat, lijkt het me van belang dat u zich goed laat informeren over de kwaliteit van het produkt. Wanneer men de geur van knoflook wil verwijderen (in sommige knoflookpreparaten), dan kan men dat doen door een proces dat men stabilisatie noemt, dat wil zeggen dat de omzetting van alliine naar allicine (welke laatste stof de geur bevat) wordt tegengegaan. Stabilisatie gebeurt met kokende alcohol.
Dit proces veroorzaakt een denaturatie van de enzymen. De betekenis van denaturatie is het teloorgaan van de moleculaire structuur. Bij de betekenis van denatureren in het woordenboek staat zelfs dat het ongeschikt maken voor consumptie betekent. Lees hierbij nog eens het artikel van Kirstine Nolfi (levend voedsel) in het werkboek van mijn website.

Inventarisatie van de medicinale toepassingen van knoflook:

Aandoeningen van longen en luchtwegen.
Knoflook is een expectorans, een middel dat het ophoesten van slijm bevordert.
Verder is het een zwak antisepticum voor de longen.
Volgens het fytotherapeutisch compendium wordt knoflook in ontwikkelingslanden in gedroogde vorm in dosissen van 4 tot 6 gram toegediend ter bestrijding van de Koch-bacillen (tuberculose).
Ook zou knoflook een gunstige werking hebben op astma, bronchitis, (kink)hoest, griep, keelpijn, longemfyseem (teloorgaan van longblaasjes), tuberculose, sinusitis (ontsteking van een bijholte) en difterie (uit zich in de regel als tonsillitis/amandelontsteking).
De verklaring is dat knoflook bloed naar de slijmvliezen trekt, zodat het bloed een genezende werking heeft. Ook hier moet men uitgaan van de juiste dosering omdat een te grote hoeveelheid het slijmvlies te veel prikkelt, waardoor er juist een ontsteking kan ontstaan.

Bacteriële infecties:
Knoflook helpt, volgens de diverse literatuur, tegen:
Staphylococcen (etterverwekkende bacteriën).
Streptococcen (veroorzaken ettering en diverse ziekten, zoals ontstekingen, bijvoorbeeld endocarditis/ontsteking van de binnenwand van het hart).
Brucella (veroorzaakt een ziekte die men brucellosis noemt. Het is een ziekte die door dieren op mensen wordt overgebracht (zoönose) en gekenmerkt wordt door algemene klachten, gewrichtspijnen, milt-, lymfklier- en leverzwelling, uitputting en psychoneurose.
Vibrio is de cholerabacterie. Cholera gaat gepaard met hevig braken, diarree en daardoor weer vochtverlies met verdere gevolgen.
Bacillen, zgn. staafvormige bacteriën. Men mag een bacil niet verwarren met het ruimere begrip bacterie. Bacillen spelen ook een rol bij het opruimen van dode organische stof in de natuur. Slechts enkele soorten zijn ziekteverwekkend.
Escherichia coli, de zogenaamde colibacillen die normaal in de darm van de mens en gewervelde dieren voorkomen (zij kunnen in verschillende organen ontstekingsprocessen doen ontstaan, bv colicystitis/blaasontsteking).
Proteus, dit zijn rottingbacillen die die onder bepaalde omstandigheden pathogeen (ziekteverwekkend) kunnen worden. Het kan voorkomen bij cystitis (blaasontsteking), pyelitis (nierbekkenontsteking), abcessen, otitis media (middenoorontsteking) ea.
Salmonella, dit zijn bacillen die bij de mens intestinale ziekten (darmkanaal betreffend) zoals gastro-enteritis/maag-darmontsteking, voedselvergiftiging, paratyphus (A,B en C) veroorzaken.
Shigella is een bacteriegeslacht waarvan sommige soorten pathogeen (ziekteverwekkend) zijn voor de mens. Shigella veroorzaakt bacillaire dysentrie.
Campylobacter, een pathogene bacil die bloedende slijmvliesontstekingen kan veroorzaken van maag en darm.
Klebsiella, bacillen die als commensaal (organisme dat in of op een ander organisme leeft zonder schade te berokkenen) in de darm en de luchtwegen voorkomen. Deze bacillen kunnen ziekteverwekkend worden bij plaatselijk verminderde weerstand.
Citrobacter, hierover vond ik weinig informatie. Volgens een Franstalig document zou de citrobacter verantwoordelijk kunnen zijn voor urineweg- en wondinfecties en bloedvergiftiging.
Mycobacterium, zou iets te maken hebben met de ziekte van Crohn, waarvan de oorzaak onbekend is. Mycobacterium paratuberculosis zit in melk, ontlasting en vlees van geïnfecteerd vee. Naar alle waarschijnlijkheid wordt de mycobacterie niet gedood door de standaard voedselbereidingstechnieken, zoals oa pasteurisatie. Ook vindt men de bacterie in streken waar de ontlasting van besmet vee in contact komt met de watervoorziening.

In 1858 constateerde Louis Pasteur al, nadat hij knoflook in een petrischaaltje had gedaan dat de omringende bacteriën werden verwoest. Een petri-schaaltje is een rond glazen schaaltje, waar men bacteriën in kweekt op bepaalde voedingsbodems. Genoemd naar R.J. Petri, een Duits bacterioloog.

Hart- en vaatziekten
Knoflook schijnt dus een goede invloed te hebben op hart- en vaatziekten, zoals:
atherosclerose (degeneratief proces in de binnenwand van slagaderen door vorming van plaques, bindweefselvorming en soms kalkafzetting, waardoor de vaatwand verhardt en de slagader nauwer wordt, de zogenaamde aderverkalking),
hoge bloeddruk (hypertensie),
angina pectoris (pijn in de hartstreek, gepaard gaande met aanvallen van angst en beklemming door zuurstoftekort in de hartspier, meestal door verharding van de kransslagaderen, echter het kan ook komen door kramp in deze vaten), te veel cholesterol en/of triglyceriden (bepaalde soorten vetten),
bloedsomloopstoringen,
ischemische hartziekten, ischemie is plaatselijke bloedeloosheid door belemmering van de bloedtoevoer door vaatkramp, embolie en trombose,
trombose (dat is een bloedstolsel dat zich vormt en vastzit aan de binnenzijde van een bloedvat),
embolie, dat is een verstopping van kleine slagaders of haarvaten door bijvoorbeeld een bloedstolsel, kleine deeltjes van een gezwel, een vetdruppel, parasieten, ea, die als een vreemd lichaam door de lymfe of bloedstroom worden voortbewogen,
ischemische hartziekten, ischemie is plaatselijke bloedeloosheid door belemmering van de bloedtoevoer door vaatkramp, embolie en trombose,
claudicatio intermittens, men noemt dat ook wel eens de etalageziekte omdat men bij het wandelen steeds moet stilstaan ten gevolge van afsluiting van kleine arteriolen,
duizelingen, die veroorzaakt worden door bloedsomloopstoringen,
hartzwakte,
versnelde hartwerking,dit noemt men tachycardie, en het komt behalve bij bepaalde hartaandoeningen ook voor bij heftige emoties (schrik en angst), hardlopen, trappenklimmen en overvloedige maaltijden,
vaatkramp, met een ander woord: angiospasmus,
spataderen en aambeien, heeft oa te maken met bindweefselzwakte,
gangreen, is afsterving en rotting van weefsels of lichaamsdelen door onvoldoende of afgesloten bloedsomloop ten gevolge van een infectie, diabetes, zware letsels, verbranding, bevriezing, enz.
retinitis, ontsteking van het netvlies, berust meestal niet op een echte ontsteking, kan worden veroorzaakt door sterk licht, nieraandoeningen, suikerziekte, syfilis, maar ook door krampen van de netvliesvaten,
arteriosclerose, is slagaderverkalking/verharding, waardoor de wand van de slagaderen zijn elasticiteit verliest.

Knoflook is een fibrinolyticum en dat is één van de redenen dat knoflook een gunstige invloed heeft op hart- en vaatziekten. Een fibrinolyticum is een stof die helpt bij het weer oplossen van bij de bloedstolling gevormd fibrine.
Fibrine is een eiwitstof, een soort vezelstof die te maken heeft met de bloedstolling. Dit is dus ook een belangrijk proces na bv allerlei operaties. Men kan ook zeggen dat een fibrinolyticum de plaatjesaggregatie remt, dus de remming van het samenklonteren van bloed. Kortom, het remt de bloedstolling en lost bloedstolsels op, is bloedverdunnend en vaatverwijdend, bloeddruk- en cholesterolverlagend (anticoagulans). Ook verhindert knoflook krampen in de vaten. Men zegt dan dat het vasospasmolytische eigenschappen heeft. Het verse sap van de knoflook heeft myocardbeschermende eigenschappen, dat wil zeggen dat het de hartspier beschermt. Knoflook wordt in de phytotherapie wel toegediend bij claudicatio intermittens, retinitis arteriosclerotica en cerebrale sclerose.
De bloedstollingstijd wordt door regelmatige inname van knoflook of de olie ervan met 20 tot 30 % verlengd.

Een contra-indicatie is dus een traumatische of menstruele bloeding, het gebruik van anticoagulantia, bloedverdunnende middelen, (het samengaan van middelen die een interactie met elkaar kunnen hebben), het geven van borstvoeding, niet gebruiken 24 tot 48 uur voor een operatie, orgaantransplantatie
Verder kan knoflook nog het maagslijmvlies irriteren bij hoge doses.
Therapie met knoflook en/of een knoflookpreparaat moet van lange duur zijn, vanaf een half jaar tot enkele jaren.

Virusinfecties.
Griep, verkoudheid, keelontsteking, welke laatse zowel een virus- als bacteriële infectie kan zijn
Knoflook wordt gezien als een griepprofylactum, het voorkomt dus griep en is in het algemeen werkzaak tegen virussen.

Virussen zijn de kleinste soort micro-organismen. Een virus vermenigvuldigt zich door een cel binnen te dringen en het voortplantingsmechanisme van de cel over te nemen en kan daarmee honderden nieuwe virussen voortbrengen. Zo'n proces neemt soms minder dan een uur in beslag. Als zo'n virus een cel bezet, sterft de cel af door open te barsten, waardoor de virussen kunnen ontsnappen, en zo weer andere cellen binnen kunnen dringen.
Virussen zijn in staat bijna alle levende organismen aan te vallen, planten, dieren en zelfs bacteriën.
Een bacterie daarentegen is vele malen groter dan een virus, maar wel veel kleiner dan de cellen in het lichaam. Bacteriën zijn overal, en vele ervan zijn onschuldig (denk hierbij bv aan de darmbacteriën).
Bacteriën kunnen wél, virussen niet door antibiotica worden bestreden.
Knoflook werkt in feite dus op een breder terrein.

Schimmelinfecties.
Candida albicans, een schimmelziekte van huid en slijmvliezen door infectie met candida albicans (gisten én schimmels). Het ontstaat vaak bij verminderde weerstand of ten gevolge van antibioticagebruik, waardoor het evenwicht, in bijvoorbeeld de darmflora, is verstoord.
Spruw bij zuigelingen is een candida-infectie.
microsporon, een schimmel die bij de mens verschillende ziekten kan veroorzaken, zoals een met kale plekken gepaard gaande haarziekte (microsporie).
cryptococcus, een schimmel die de ziekte cryptococcosis veroorzaakt, gekenmerkt door longgranulomen (een soort wild vlees) en huidafwijkingen, of in de vorm van een ernstige meningitis (hersenvliesontsteking door meningococcus),
epidermophyton, een door schimmels veroorzaakte aandoening van de opperhuid,
trichophyton, een schimmel die herpes tonsurans (ringworm) en eczema marginatum veroorzaakt, een eczeem dat voornamelijk voorkomt in de okselholte en de liesstreek.

Spijsverteringsstelsel.
Knoflook kan ook een gunstige invloed hebben op een zwakke maag, misselijkheid, braken en het zou een preventieve werking hebben op maagkanker. Ook infecties van mond- en keelholte en paradentose (chronische ontsteking van het weefsel om tanden en kiezen met als gevolg terugtrekking van het tandvlees).
Darminfecties:
Dysenterie, een vooral in tropische landen ernstige ziekte van de dikke darm. Je hebt bacillairedysenterie en amoebendysenterie.
Darmparasieten, zoals spoelwormen (ascaris, kan klachten geven zoals buikpijn en gebrek aan eetlust), ankylostomum (een larve die zich in de darm snel vermeerdert, bloed afzuigt en giftige stoffen afscheidt en ook bloedarmoede veroorzaakt, amoeben (een vormveranderlijk ééncellig diertje).
Paratyphus, een ziekte die veroorzaakt wordt door salmonella.
Darmcatarre, zoals enteritis (darmslijmvliesontsteking, gekenmerkt door buikpijn en koorts met diarree) en colitis (ontsteking van de dikke darm).
Slechte spijsvertering, gisting in darmen, winderigheid, diarree, buikkramp, opgeblazen gevoel.

Verder wordt nog vermeld:
Diabetes, vergiftiging van lood en andere zware metalen, nicotinevergiftiging, verminderde urineafscheiding, oedeem (vochtophopingen) in benen, nierstenen, reuma, arthritis, jicht, oorinfecties, infecties in het algemeen en algemene zwakte, zweetbevorderend, knoflook verhoogt de activiteit van de schildklier (bevat oa een geringe hoeveelheid jodium). Hierbij wordt de schildklieractiviteit verhoogt door een kleine dosis knoflook en een hoge dosis verlaagt de activiteit.

Al het bovenstaande is nogal wat, en we gaan verder kijken naar het hoe en waarom van de medicinale werking van knoflook. Wat ook duidelijk is, is dat knoflook al een zeer lange geschiedenis kent van medicinale toepassingen.

Knoflook werkt als een zwak spasmolyticum, dat is een krampstillend middel en is ook de reden dat knoflook winderigheid tegen gaat.
Het gebruik van kleine hoeveelheden knoflook verhoogt de darmtonus (spanningstoestand) en peristaltiek (samentrekkingen van maag- en darmwand). Hogere dosissen verlagen juist de darmtonus en verzwakken de peristaltiek.
Knoflook is wat men noemt een stomachium, een middel dat de maag prikkelt, de eetlust opwekt en de spijsvertering bevordert. Het verhoogt dan ook de gastro-intestinale kliersecreties.
Ook heeft knoflook cholagoge en choleretische eigenschappen.
Dat betekent dat de galstroom van de galblaas naar de darm bevorderd wordt en de galvorming zelf wordt gestimuleerd.
De antibacteriële eigenschappen zijn voornamelijk te danken aan de stof allicine.
Van Hellemont zegt hierover: "Allicine is in-vitro (petrischaal) in een verdunning van 1/100.000 nog actief tegen stafylokokken, streptokokken, intestinale bacteriën en zelfs tegen schimmels."
Ook zegt men dus van knoflook dat het een hypotensor (bloeddrukverlagend middel) is.
Van Hellemont zegt hierover: " Het bloeddrukverlagend effect bij arteriële hypertonie (hoge bloeddruk) zou te danken zijn aan de thiocynaatverbindingen en de inhibitie (remming) van de vrijzetting van catecholaminen (chemische verzamelnaam voor noradrenaline, adrenaline en dopamine, produkten van het bijniermerg. Het verse looksap bezit deze eigenschappen in aanzienlijke mate.

Mellie Uyldert zegt het eenvoudiger: "De speciale werking van knoflook op het hart en de bloedsomloop bestaat hierin, dat het knoflook de bloedvaten die het hart voeden verwijdt, waardoor het hart versterkt wordt en rustiger en langzamer gaat kloppen, terwijl de bloeddruk daalt. Bij geregeld gebruik wordt beginnende verkalking van de hartslagader opgeheven, hartkramp (angina pectoris) komt niet meer voor, de kortademigheid en waterzucht in de onderbenen en enkels houdt op. Opvliegingen en duizeligheid in de overgangsjaren van de vrouw worden voorkomen door dagelijks knoflook te gebruiken."

De diuretische (urinedrijvend) eigenschappen worden voornamelijk aan de fructosanen en de etherische olie toegeschreven. Daarnaast is knoflook ook nog eens een vaatverwijder (vasodilatator).

Ook wordt aan de knoflook anti-tumor werking toegekend. Men zegt dan dat het een antineoplasticum is, dwz tegen woekeringen.
Wat valt hierover te zeggen? Knoflook bevat talrijke enzymen die de zuurstofbenutting door de weefsels verbeteren en daarnaast is het ook nog eens bloedzuiverend (depurativum) en ontgitigend (detoxificans).

Mellie Uyldert zegt hierover:
"Door de ontgiftende werking komt bij de knoflook-etende volken (Egyptenaren, Arabieren) minder kanker voor. Het lichaam ontgift zichzelf met zwavel, die in knoflook, ui, radijs, ramenas en mierikswortel rijkelijk voorkomt. Bij kanker wordt zeer veel zwavel verbruikt." Ook Oost-indische kers en waterkers is zwavelhoudend.

Op een Franstalige website lees ik: "Op het gebied van kanker lijkt knoflook wel de grootste overwinning te behalen. Volgens verschillende medische tijdschriften zou knoflook tumoren doen afnemen, zelfs kwaadaardige.
Knoflook verhoogt de strijdbaarheid van het immuunsysteem. Het zou met name mee kunnen helpen bij het bestrijden van bepaalde soorten kanker zoals borst- maag-, darm- en huidkanker."

Een Israelische onderzoeker Mirelman van het Weizman instituut heeft de werkstof allicine uit knoflook nagemaakt. Deze stof zou verantwoordelijk zijn voor de kankerbescherming en de cholesterolverlagende werking die knoflook heeft.
Ergens anders lees ik: "Mensen die regelmatig rauwe of gekookte knoflook eten hebben, vergeleken met mensen die dit nooit of nauwelijks doen, 50 % minder kans op maagkanker en 33 % minder op endeldarmkanker. Dat is de conclusie van dr. Aaron Fleischauer. Hij vergeleek hiervoor de resultaten van 22 onderzoeken naar knoflookconsumptie en de kans op kanker. Volgens Fleischauer werkt de knoflook tegen de bacterie heliobacter pylori. Dit is een bacterie die maagkanker kan veroorzaken.
Het zwavel bestanddeel, dat dus ook voorkomt in mosterd, kool, ramenas, mierikswortel, oost-indische kers, waterkers, knoflook, uien, prei en daslook, voorkomt waarschijnlijk dat de heliobacter pylori zijn werk kan doen."

Bedenk ook dat knoflook rijk aan selenium is. Mindell zegt: "De seleniumniveaus in het bloed van inwoners van verscheidene steden schijnen een direkte relatie te hebben met sterfte door kanker. Hoe hoger het seleniumniveau, hoe lager het stertecijfer - en vice versa."

Ook is een knoflook een wormmiddel, men noemt dat een vermifugum. Extracten van knoflook worden gebruikt tegen oxyuren (aarsmaden), meestal in de vorm van zetpillen.

Nu we het toch over beestjes hebben, op een website (die ik ook bij de links zal vermelden) las ik het volgende: U kunt uw huisdier het gehele jaar beschermen tegen vlooien en teken door dagelijks een weinig knoflookpoeder door het eten van uw huisdier te doen. In het voorjaar geeft u dan nog extra gedurende een paar weken een druppel knoflookolie erbij. Ook lintwormen voorkomt men hiermee omdat de vlo te maken heeft met het ontstaan van de lintworm. Voor een hond zou je dan een theelepeltje knoflookpoeder kunnen nemen en een kat de halve dosering. Bij een kat doe je de druppel knoflookolie door wat yoghurt of honing en dat overgiet je met wat lauw water en roert dat door het eten. Let op: lees de vetgedrukte alinea hierna ! Ook kwam ik nog op een site over landbouw tegen dat knoflook succesvol is bij het bestrijden van koolvliegen in koolzaad.
Knoflook is ook zeer geschikt voor paarden die last hebben van insecten.
Ook mieren hebben een hekel aan de geur van knoflook en als men knoflook plant tussen de worteltjes schrikt dat de wortelvlieg weer af.
Insecten als spint kun je bespuiten met een knoflookaftreksel dat je zelf kunt maken door verse geperste teentjes knoflook een nacht in warm water te laten weken, door een zeef te gieten en dan in een plantenspuit. Hiermee verdwijnen de luizen, mits je de bladeren van de plant aan alle kanten bespuit en de behandeling herhaalt.

Onlangs kwam mij ter ore door een lezer van mijn website dat het gebruik van uien en knoflook bij huisdieren, zoals o.a. katten en honden, een soort bloedarmoede kan veroorzaken. Daarom ben ik even verder op zoek gegaan. Men noemt dit: Heinz-body-hemolytic anemia. Hoe men de knoflook toedient maakt niet uit, zowel rauw, gekookt als gedroogd, zou deze ziekte dus kunnen veroorzaken. Anemia is een toestand van het bloed waarbij het aantal rode bloedcellen is afgenomen. Rode bloedcellen brengen zuurstof naar de weefsels via de hemoglobine (de ijzerhoudende kleurstof der rode bloedlichaampjes). Uien en knoflook veroorzaken dat rode bloedcellen niet meer goed functioneren en uiteindelijk vindt men hemoglobine in de urine. Heinz-body is een term die wordt gebruikt om veranderingen te beschrijven die rode bloedcellen ondergaan wanneer zij worden blootgesteld aan oxydanten zoals uien en knoflook. Hoe kleiner het huisdier, hoe meer risico op deze vorm van bloedarmoede. Dit geldt niet voor mensen.

Bij de behandeling van steenpuisten wordt knoflook soms uitwendig gebruikt, waarbij men 50 % vaseline mengt met 50% knoflooksap. Men kan ook een vers papje maken van knoflook en dat op een gaasje op de plek leggen die behandeld moet worden. Onnodig te vermelden dat iemand die last heeft van steenpuisten er ook goed aan doet knoflook in te nemen, want het werkt immers bloedzuiverend en ontgiftigend.
Omdat knoflook ook een antisepticum voor de luchtwegen is kan men het ook inademen door middel van een stoombad, zoals men dat normaal ook placht te doen.

Niet alles wat hier staat is wetenschappelijk bewezen, hoewel er veel onderzoek naar knoflook is gedaan en gedaan wordt. Veel van de dingen zijn ook in de loop der eeuwen empirisch vastgesteld en vaak blijkt het juist. Ergens las ik op internet dat knoflookpillen cholesterol niet zouden verlagen, ook niet bij een hogere doses en dat dit door een onderzoeksteam van de Universiteit van Bonn was uitgezocht. Aangezien er verder geen bijzonderheden bij staan, valt het moeilijk te beoordelen. Knoflookpillen verliezen immers hun enzymatische werking, indien ze door een bepaald procédé ontgeurd zijn. In hoeverre benadert een pil nog de levend werkende stof ? Ook van Hellemont zegt dat lookgeur onvermijdelijk is omdat anders het preparaat onwerkzaam is. Knoflookgeur kan men wat minderen door knoflook(preparaten) samen met melk in te nemen. Ook het kauwen op wat verse peterselie kan helpen. Kirstine Nolfi (zie het artikel "levend voedsel") gebruikte toentertijd in de behandeling van haar patiënten in haar kliniek ook al dagelijks verse knoflook.

Dosering:
Als onderhoudsbehandeling voor allerlei indicaties zou men 3 verse teentjes knoflook per dag kunnen eten. Knoflooksap kan men maken door 80 gram knoflook uit te persen en de brei aan te vullen met 20 ml water en opnieuw uit te persen. Voeg dan nog 20 ml alcohol 90 % toe en laat dit 2 weken staan. De dosis is dan drie keer per dag 2 tot 5 ml.

HOME